Home
Interviews
Over de auteur
Bestellen


D E _ O N E I N D I G E _ O O R L O G
d o o r _ S t a n _ v a n _ H o u c k e


Interview met Hany Abu Assad

“Niet iedereen heeft het ‘talent’ om dagelijks vernederingen te slikken.”

Hany Abu Assad is een oude vriend van me, hij is een Nederlands Palestijnse filmer wiens speelfilm Paradise Now over twee Palestijnse jongeren die een zelfmoordaanslag voorbereiden in 2006 genomineerd werd voor een Oscar. Abu-Assad werd geboren in Nazareth en kwam in 1980 naar Nederland.

Paradise Now, al in de titel zit een paradox, het paradijs moet hier en nu onmiddellijk verwezenlijkt worden.

De titel is verzonnen door een vriend en onmiddellijk realiseerden we de beklemmende gelaagdheid ervan, de titel is net als de film multi-interpretabel, in de zin dat de film vragen oproept. De kijker moet meevoelen en meedenken en zijn eigen antwoorden geven. Ik speel niet de Messias die een sluitend antwoord geeft op het fenomeen zelfmoordaanslagen. Daarom past de titel goed bij de film.

Je vindt het belangrijk dat kijkers ook meevoelen.

Ik geloof dat je je niet moet distantiëren van de karakters die je verzint, omdat een film je de gelegenheid geeft om karakters te volgen. Het meevoelen met hen is het allerbelangrijkste in een film. Je krijgt de kans mee te gaan met mensen die jezelf niet bent. Daardoor kun je jezelf verrijken. Doordat je even iemand anders kunt worden, vergroot je je ervaringswereld. Je leert iets van het leven van een ander en daarmee ook van je eigen leven. Dat is goed voor iemands welzijn.

Is dat ook niet het probleem van de journalistiek, die je zelden of nooit laat meevoelen met de mensen over wie het nieuws gaat?


Ja, dat denk ik wel. De journalistiek heeft ook een andere functie. Die wil gewoon de feiten opsommen. Maar dat uitgangspunt is failliet omdat een journalist altijd een keuze maakt bij het bepalen van welke feiten hij geeft en welke niet. En dan is men in wezen al niet meer bezig met het geven van de feiten. Onmiddellijk treedt er een vertekening van de werkelijkheid op. Ook de journalistiek is in zekere mate een ‘verzinsel.’ Ik zeg daarmee niet dat de journalistiek verkeerd is, maar we moeten wel beseffen dat het slechts een deel van de werkelijkheid of de waarheid representeert. Dat besef werkt verrijkend. De journalist laat slechts dat deel van de werkelijkheid zien dat hijzelf ziet of wil laten zien.

Vreesde je het gevaar dat als je je volledig zou distantiëren van de personages in de film je dan propaganda bedreef, zo in de trant van: dat is het kwaad in levende lijve?

Het is inderdaad propaganda als je alleen maar de goede óf de slechte kant van je karakters laat zien. Ik geloof dat ieder mens, ook ik, zowel het goede als het slechte in zich meedraagt. Als je de beide kanten laat zien in een film dan wordt zo’n personage werkelijker en geloofwaardiger. Daarom heb ik karakters geportretteerd die mensen van vlees en bloed zijn, die weliswaar goede bedoelingen hebben maar tegelijkertijd slechte dingen doen.

Waarom heb je een film gemaakt over mensen die een zelfmoordaanslag willen plegen?

Het plegen van een zelfmoordaanslag, dus jezelf doden en tegelijkertijd je vijand, iets dat nu dagelijks gebeurt, heb ik als basis genomen voor een filmverhaal om ons buitenstaanders de gelegenheid te geven ons te verdiepen in de motivatie van dit soort mensen. Ik wil dat weten omdat wij het tot nu toe niet weten. Een ongemotiveerde daad is natuurlijk uiterst beangstigend, dan ziet men alleen maar irrationaliteit. Door kennis over de motivatie wordt een dergelijke aanslag minder beangstigend. Bovendien: hoe meer we weten, des te beter we het kunnen bestrijden. Het benoemen van de ander als het vlees geworden kwaad, dat geen motieven kent, maakt de situatie alleen maar nog erger. Sommige politici maken hier gebruik van om aan de macht te komen. Het klinkt altijd goed in de oren van een aantal kiezers om de ander te stigmatiseren. Maar dat is een vorm van verdwazing, we weten allemaal dat in ieder mens goed en kwaad zit en dat absolute goedheid en absolute kwaadheid niet bestaan. Ik vind het verdoezelen van het groter geheel, de context waarin aanslagen gebeuren, bijzonder gevaarlijk. Veel beter is het fenomeen van alle kanten te bestuderen, inclusief de motivatie.

Ben je tijdens de voorbereidingen ooit geschokt geraakt toen je je verdiepte in de persoonlijkheden van Paradise Now?

Jawel, maar belangrijker nog: ik ben minder bang geworden. Dat is heel belangrijk, want daardoor kan ik mijn hersenen beter gebruiken om die mensen te begrijpen. Ik heb ontdekt dat door naar hen te luisteren ze minder fanatiek werden. Fanatisme ontstaat door het ontmenselijken van de ander, door de ander tot duivel te bestempelen. Op het moment dat fanatieke mensen beseften dat ik naar ze luisterde, ontdooiden ze. Dan merk je ook dat het één en al frustratie is, frustratie over het feit dat er niet naar hen geluisterd wordt, dat ze alleen maar worden gedemoniseerd. Fanatisme is het directe resultaat van een politiek van ontmenselijking. Fanatici beschermen zichzelf tegen het proces van ontmenselijking door terug te gaan naar hun fundament. De gedachte van: nu kan niets meer mij beďnvloeden, ik ben onkwetsbaar voor het kwaad van de ander, voor de macht die mij niet accepteert als gelijke en die mij mijn menselijke waardigheid ontneemt.

Hoe heb je je precies verdiept in de psyche van deze mensen?

Door het lezen van rapporten, maar vooral door goed te luisteren en omdat ik een Palestijnse achtergrond heb, was ik niet de journalist uit het buitenland. Ik was één van hen, waardoor ik de verhalen van binnenuit hoorde. Door de journalistiek vertekent alles toch een beetje. Ik heb het zelf meegemaakt toen ik met een camera aankwam. Ik werd ineens de journalist en de mensen vertelden me dat wat ze dachten dat een journalist wilde horen, de verhalen kwamen niet spontaan en logisch uit elkaar voort. Daarnaast zijn ook de ervaringen zelf bijzonder belangrijk. Leven onder een bezetting is zo onvoorstelbaar vernederend, ook al heb je twee paspoorten zoals ik. Op een gegeven moment voel je je zo geminacht dat je onvermijdelijk aan een wraakactie begint te denken, in feite een wraakactie tegen je eigen lafheid. Als je vernederd wordt wil je namelijk iets doen, maar je durft niets te doen omdat je bang bent gedood te worden, de soldaat heeft immers een wapen, dus doe je niets en voel je je daarna laf, impotent en dat gevoel knaagt voortdurend aan je. Als je dagelijks wordt vernederd kan ik me voorstellen dat mensen bevrijd willen worden van dat gevoel van machteloosheid. En door zichzelf te doden bevrijden ze zich niet alleen van hun eigen lafheid maar tegelijkertijd maken ze de vijandelijke soldaat, de onderdrukker, impotent omdat die zijn eigen burgers, zijn eigen vrouw en kinderen niet meer kan beschermen. Met andere woorden: ik laat hem nu eens de terreur van de machteloosheid voelen, als wij in het leven niet gelijk kunnen zijn dan moeten we maar gelijk zijn in de dood. De ervaring van dat gevoel speelt een bijzonder grote rol. Ieder mens kan een zelfmoordactivist worden, ieder mens, alleen heb ik het ‘talent’ om een verhaal te vertellen, een film te maken. Ik heb de kans gekregen op die manier mijn onmacht een kunstzinnige vorm te geven. Maar niet iedereen bezit het talent om dit te doen. En niet iedereen heeft het ‘talent’ om dagelijks vernederingen te slikken. Heel veel mensen zijn lafaards die hun lafheid accepteren. Maar een kleine groep kan of wil de eigen lafheid niet accepteren.

Uit wanhoop dus.

Niet alleen uit wanhoop. Het is een complexe daad, het is een afrekening met de eigen lafheid en hopen dat je door je op te offeren de achterblijvers helpt. Op die manier wordt ook je eigen dood makkelijker. Voor sommige individuen is de menselijke waardigheid doorslaggevend. Maar de overgrote meerderheid van de Palestijnen is bereid de eigen lafheid te accepteren, net zoals de meeste mensen in Nederland daartoe bereid zijn. De meeste mensen zijn kuddedieren die accepteren dat ze zwak zijn en die doen wat de machthebbers hen vertellen. Misschien is dat maar goed ook, ik heb wat dat betreft geen kritiek op de samenleving, zo is de mensheid nu eenmaal, zo zijn we gevormd.’

Abu Assad | Brunner | Yarom